Behringer RD-9 Quick Start Guide - Page 20

38

RD-9

Quick Start Guide

39

RD-9

Controls

Connessioni del pannello posteriore

(65)

POWER

– Collegate l'alimentatore fornito e attivate la corrente per

accendere.

(66)

PHONES

– Collegate la cuffia tramite jack stereo da 6,35mm (¼").

(67)

MONO

– Uscita principale tramite jack bilanciato da 6,35 mm (¼").

(68)

RETURN

– Somma audio dopo il circuito dei filtri.

(69)

USB

– Collegate a un computer per aggiornamenti e controllo tramite

DAW.

(70)

MIDI IN

– Accetta dati MIDI da un dispositivo MIDI esterno, come

sequencer o DAW.

(71)

MIDI OUT

– Emette i dati MIDI verso un dispositivo MIDI esterno.

(72)

MIDI THRU

– Uscita diretta del MIDI IN, in una catena con altri dispositivi.

(73)

RIDE INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata del Ride.

(74)

CRASH INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata del Crash.

(75)

HI HAT INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata dell'Hi Hat.

(76)

CLAP INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di Hand Clap.

(77)

RIM SHOT INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata del Rim Shot.

(78)

HI TOM INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di High Tom.

(79)

MID TOM INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di Mid Tom.

(80)

LOW TOM INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di Low Tom.

(81)

SNARE INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di Snare Drum.

(82)

BASS INDIVIDUAL OUTPUT

– Uscita sbilanciata di Bass Drum.

(83)

TRIGGER OUT 1

– +5 V 2 ms pulse to trigger external devices.

(84)

TRIGGER OUT 2


(85)

TRIGGER OUT 3


(86)

SYNC IN

– SYNC da un dispositivo esterno che emette informazioni di

clock.

(87)

SYNC OUT

– SYNC verso un dispositivo esterno al Rhythm Designer.

(65)

(66)

(67)

(68)

(69)

(70)

(71)

(72)

(73)

(74)

(75)

(76)

(77)

(78)

(79)

(80)

(81)

(82)

(83)

(84)

(85)

(86)

(87)

(IT)

Controlli

Aggiornamenti di software

Aggiornamenti per RD-9 possono essere scaricati da www.musictribe.com. Seguite i passaggi documentati nelle note di rilascio che accompagnano l'aggiornamento.

(NL)

Bediening

Volume-sectie

(1)

MASTER

– Regelt het hoofduitgangsniveau.

(2)

PHONES

– Stelt het niveau van de hoofdtelefoon in. Merk op dat het

hoofdtelefoonsignaal vóór de wave designer en filterbus wordt ontvangen

voor monitoringdoeleinden.

FX-SECTIE

Analoog Filter

(3)

CUTOFF

– Stelt de cutoff-frequentie van de filter in.

(4)

HPF

– Schakelt het filter om tussen High-passfilter (HPF) en Low-passfilter

(LPF).

(5)

ON

– Als dit oplicht is het filter ingeschakeld.

(6)

RESONANCE

– stelt de resonantie van het filter in. Dit benadrukt de

frequenties rond het afsnijpunt (cutoff-frequency).

Wave Designer

(7)

ATTACK

– regelt de attack van het wave designer-circuit. Draai linksom

om het attackgedeelte van het signaal te verminderen en rechtsom om de

attack te versterken.

(8)

SIG

– Geeft aan dat er signaal aanwezig is in het wave designer-circuit.

(9)

SEND

– Activeert het send-menu voor de wavedesigner. De knop licht op

als er één of meer stemmen aan deze bus zijn toegewezen.

(10)

SUSTAIN

– Regelt het sustaingedeelte van het wave designer-circuit.

Draai linksom om het sustaingedeelte van het signaal te reduceren en

rechtsom om de sustain te verlengen.

Edit-sectie

(11)

SAVE

– Een song of pattern op een geheugenlocatie opslaan.

(12)

COPY

– Een song of pattern naar een andere geheugenlocatie kopiëren.

(13)

ERASE

– De geselecteerde song of het geselecteerde pattern wissen.

(14)

DUMP

– Voert een MIDI SysEx Dump van pattern/song uit.

Mode-sectie

(15)

SONG

– Activeert songmodus. Geeft 1 van 16 songs aan.

(16)

PATTERN

– Activeert patternmodus. Gebruik de 16 beschikbare patterns

om een song op te bouwen.

(17)

STEP

– Geeft alle beschikbare stappen voor de geselecteerde stem weer

(maximaal 64 stappen per pattern).

Sync-sectie

(18)

CYCLE

– Navigeert door de verschillende SYNC-opties. Internal, MIDI, USB

of External Clock.

(19)

INTERNAL

– De unit zelf is de syncmaster.

(20)

MIDI

– Sync wordt geleverd via de MIDI in-poort.

(21)

USB

– Sync wordt geleverd via de USB-poort.

(22)

TRIG

– Synchronisatie wordt geleverd via de externe clockingang.

Afspeelregelaars

(23)

TAP/HOLD

– Tik het tempo van het pattern. Vasthouden voor snelle

macrobesturing.

(24)

DISPLAY

– Multi-functioneel scherm met 4 tekens.

(25)

RECORD

– Recordmodus inschakelen.

(26)

STOP

– De huidige song of het pattern stoppen.

(27)

PLAY/PAUSE

– De huidige song of het huidige pattern afspelen

of pauzeren.

(28)

DATA

– Encoder voor gegevensbewerking.

(29)

DATA MODUS

– Doorloopt de verschillende datamodi: Tempo, Swing,

Probability en Flam.

(30)

TEMPO

– Het tempo instellen als dit met de DATA-encoder is geselecteerd.

(31)

SWING

– Het swing- of shufflegevoel instellen als dit met de DATA-

encoder is geselecteerd.

(1)

(2)

(3)

(6)

(4)

(5)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

(16)

(17)

(18)

(19)

(20)

(21)

(22)

(29)

(25)

(26)

(27)

(30) (31) (32) (33)

(23)

(24)

(28)

Behringer RD-9 Quick Start Guide - Page 20

Controlli, Bediening

Page 20 highlights