Metabo SE 17-200 RT Operating Instructions - Page 27

Overzicht, Ingebruikname

Page 27 highlights

(in loodhoudende verf), mineraal stof (uit bakstenen, beton e.d.), additieven voor de behandeling van hout (chromaat, houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest. Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de stofbelasting worden blootgesteld. Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam terechtkomen. Om de belasting met deze stoffen te verminderen: zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals bijv. ademmaskers die in staat zijn om de microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te filteren. Neem de voor uw materiaal, personeel, toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in acht (bv. arbeidsveiligheidsbepalingen, afvalbehandeling). Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats waar deze ontstaan, voorkom dat ze neerslaan in de omgeving. Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht. Gebruik een geschikte stofafzuiging. Verminder de stofbelasting door: - de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren luchtstroom van de machine niet op de gebruiker zelf of in de buurt aanwezige personen of op neergeslagen stof te richten, - een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te gebruiken, - de werkplek goed te ventileren en door te stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen wervelt het stof op. - Zuig of was de beschermende kleding. Niet uitblazen, uitslaan of uitborstelen. 5. Overzicht Zie pagina 2. 1 Extra handgreep 2 Beschermkap 3 Handgreepstang 4 Spanhefboom 5 Schroef 6 Handgreep 7 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen (S 18 LTX 115) 8 Spindelvastzetknop 9 Spindel 10 Elektronische signaalindicatie 11 Stelknop voor de toerentalinstelling (SE 17-200 RT) 12 Drukschakelaar (SE 17-200 RT) 13 Bevestigingsschroef inzetgereedschap 14 Spandoorn (met 2 onvervreemdbaar aangebrachte pasveren) 15 Steeksleutel 16 Afstandhulzen (voor inzetgereedschap korter NEDERLANDS nl dan de spandoorn) 17 Stoffilter (S 18 LTX 115) 18 Toets voor de accupack-ontgrendeling (S 18 LTX 115) 19 Toets voor de indicatie van de capaciteit (S 18 LTX 115) 20 Capaciteits- en singaalindicatie (S 18 LTX 115) 21 Accupack (S 18 LTX 115) 6. Ingebruikname 6.1 Montage, instellen Zie pagina 2, afb. A. Handgreepstang aanbrengen en instellen Handgreepstang (3) op de aandrijfflens steken (let op de juiste richitng, zie pagina 2, af. A: spanhefboom (4) naar voren gericht). De handgreepstang (3) moet tot de aanslag op de aandrijfflens zijn gestoken. Door de spanhefboom (4) los te zetten, kan de handgreepstang (3) in de gewenste positie worden gedraaid. De spanhefboom (4) weer krachtig aantrekken. Hiervoor moet eventueel de stand van de hefboom worden veranderd. De positie van de hefboom (4) kan worden veranderd zonder de klemschroef te draaien. Hiervoor de hefboom naar boven trekken, hefboom draaien en weer laten zakken (zie pagina 2, afb. B). Zet de hefboom (4) altijd in een dergelijke stand, dat hij niet kan worden geraakt door het inzetgereedschap. Beschermkap aanbrengen en instellen Beschermkap (2) zoals weergegeven met de extra handgreep (1) en de schroef (5) aan de handgreepstang (3) aanbrengen. Een zo klein mogelijke afstand tot het inzetgereedschap kiezen. De extra handgreep krachtig vastdraaien. Spandoorn aanbrengen Spandoorn (14) bij ingedrukte spindelvastzetknop (8) op de spindel (9) schroeven en met een steeksleutel (15) vastdraaien. 6.2 Speciaal voor elektrische machines Netaansluiting Vergelijk voor de ingebruikname of de op het typeplaatje aangegeven spanning met de netspanning overeenkomt. Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD) met een max. aanspreekstroom van 30 mA voor de machine. Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, licht de rode elektronische signaal-indicatie (10) kort op en geeft op deze manier aan dat het apparaat bedrijfsklaar is. Toerental instellen Met de stelknop (11) kan het toerental vooraf worden ingesteld en traploos worden veranderd. 27

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108

NEDERLANDS
nl
27
(in loodhoudende verf), mineraal stof (uit
bakstenen, beton e.d.), additieven voor de
behandeling van hout (chromaat,
houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten
(zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals
bijv. ademmaskers die in staat zijn om de
microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te
filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat ze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte
accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen
minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de
omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
-
de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
-
een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
-
de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
-
Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1
Extra handgreep
2
Beschermkap
3
Handgreepstang
4
Spanhefboom
5
Schroef
6
Handgreep
7
Schakelschuif voor het in-/uitschakelen
(S 18 LTX 115)
8
Spindelvastzetknop
9
Spindel
10
Elektronische signaalindicatie
11
Stelknop voor de toerentalinstelling
(SE 17-200 RT)
12
Drukschakelaar (SE 17-200 RT)
13
Bevestigingsschroef inzetgereedschap
14
Spandoorn (met 2 onvervreemdbaar
aangebrachte pasveren)
15
Steeksleutel
16
Afstandhulzen (voor inzetgereedschap korter
dan de spandoorn)
17
Stoffilter (S 18 LTX 115)
18
Toets voor de accupack-ontgrendeling
(S 18 LTX 115)
19
Toets voor de indicatie van de capaciteit
(S 18 LTX 115)
20
Capaciteits- en singaalindicatie (S 18 LTX 115)
21
Accupack (S 18 LTX 115)
6.1
Montage, instellen
Zie pagina 2, afb. A.
Handgreepstang aanbrengen en instellen
Handgreepstang (3) op de aandrijfflens steken (let
op de juiste richitng, zie pagina 2, af. A:
spanhefboom (4) naar voren gericht).
De handgreepstang (3) moet tot de aanslag
op de aandrijfflens zijn gestoken.
Door de spanhefboom (4) los te zetten, kan de
handgreepstang (3) in de gewenste positie worden
gedraaid. De spanhefboom (4) weer krachtig
aantrekken. Hiervoor moet eventueel de stand van
de hefboom worden veranderd.
De positie van de hefboom (4) kan worden
veranderd zonder de klemschroef te draaien.
Hiervoor de hefboom naar boven trekken, hefboom
draaien en weer laten zakken (zie pagina 2, afb. B).
Zet de hefboom
(4) altijd in een dergelijke
stand, dat hij niet kan worden geraakt door het
inzetgereedschap.
Beschermkap aanbrengen en instellen
Beschermkap (2) zoals weergegeven met de extra
handgreep (1) en de schroef (5) aan de
handgreepstang (3) aanbrengen.
Een zo klein mogelijke afstand tot het
inzetgereedschap kiezen.
De extra handgreep krachtig vastdraaien.
Spandoorn aanbrengen
Spandoorn (14) bij ingedrukte spindelvastzetknop
(8) op de spindel (9) schroeven en met een
steeksleutel (15) vastdraaien.
6.2
Speciaal voor elektrische machines
Netaansluiting
Vergelijk voor de ingebruikname of de op het
typeplaatje aangegeven spanning met de
netspanning overeenkomt.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. aanspreekstroom van 30 mA
voor de machine.
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken,
licht de rode elektronische signaal-indicatie (10)
kort op en geeft op deze manier aan dat het
apparaat bedrijfsklaar is.
Toerental instellen
Met de stelknop (11) kan het toerental vooraf
worden ingesteld en traploos worden veranderd.
5.
Overzicht
6.
Ingebruikname