Metabo WEPBA 17-125 Quick Operating Instructions 2 - Page 34

Gebruik, Reiniging

Page 34 highlights

0 I nl NEDERLANDS Zie pagina 2, afbeelding C. - X) Bij dunne slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (14) wijst naar boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan worden gespannen. Y) Bij dikke slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (14) wijst naar beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. - Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (14) met de tweegaatssleutel (15) met de wijzers van de klok mee vastzetten. De tweegaatsmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De tweegaatsmoer (14) met de tweegaatssleutel (15) tegen de wijzers van de klok in afschroeven. 8. Gebruik 8.1 Toerental instellen (afhankelijk van de uitvoering) Met de stelknop (8) het aanbevolen toerental instellen. (laag getal = laag toerental; hoog getal = hoog toerental) Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamantdoorslijpschijf: hoog toerental Borstel: gemiddeld toerental Slijpschijf: laag tot gemiddeld toerental Aanwijzing: Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 8.2 In-/uitschakelen De machine altijd met beide handen geleiden! Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap naar het werkstuk brengen. Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een stroomonderbreking heeft voorgedaan. WA..., WBA..., WEA..., WEVA..., WEBA...: bij continue inschakeling loopt de machine verder wanneer hij uit de hand wordt getrokken. Houd de machine daarom altijd met beide handen aan de hiervoor bestemde handgrepen vast, zorg ervoor dat u stevig staat en werk geconcentreerd. Voorkom dat de machine stof en spaanders op wervelt of naar binnen zuigt. De machine na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is gekomen. Machines met schakelschuif: 5 Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de schakelschuif (5) drukken en loslaten. Machines met "Paddle-schakelaar" (met dodemansfunctie): I 0 1100 Inschakelen: de Paddle-schakelaar (10) in de richting van de pijl schuiven en vervolgens de Paddle-schakelaar (10) indrukken. Uitschakelen: de Paddle-schakelaar (10) loslaten. 8.3 Tips voor het werk Schuren en schuren met zandpapier: De machine matig aandrukken en over het oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werkstukoppervlak niet te heet wordt. Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat moet u werken met een invalshoek van 30° - 40°. Doorslijpen: Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting (zie afbeelding) werken. Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontroleerd uit de snede springt. Werk met een matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet trillen. Werken met draadborstels: De machine matig aandrukken. 8.4 Overbrengingsbehuizing draaien Zie pagina 3, afbeelding E. - Trek de stekker uit het stopcontact. - De bevestigingsbout (a) van de hendel (16) losschroeven. De bout en de hendel (met het plaatgedeelte) verwijderen en wegleggen. - De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b) losschroeven. Let op! De overbrengingsbehuizing niet verwijderen! - De overbrengingsbehuizing in de gewenste stand draaien zonder deze te verwijderen. - De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b) in de aanwezige gaten met schroefdraad schroeven. Aanhaalmoment = 3,0 Nm +/- 0,3 Nm. - De veer, die de hendel in de juiste stand drukt, terzijde schuiven en de hendel (16) (met het plaatgedeelte) plaatsen en met de bevestigingsbout (a) vastschroeven. Aanhaalmoment = 5,0 Nm +/- 0,5 Nm. Controleren of de hendel correct werkt: deze moet onder veerspanning staan. 9. Reiniging Inschakelen: Schuifschakelaar (5) naar voren schuiven. Voor een langdurige inschakeling vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt. 34 Tijdens de bewerking kunnen stofdeeltjes in het binnenste van de elektrische machine terecht komen. Dit heeft invloed op de koeling van het elektrische gereedschap. Geleidende afzettingen kunnen invloed hebben op de veiligheidsisolatie

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124

NEDERLANDS
nl
34
Zie pagina 2, afbeelding C.
-
X) Bij dunne slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (14) wijst naar
boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan
worden gespannen.
Y) Bij dikke slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (14) wijst naar
beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de
spindel kan worden aangebracht.
-
Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (14) met de
tweegaatssleutel (15) met de wijzers van de klok
mee vastzetten.
De tweegaatsmoer losmaken:
-
Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De
tweegaatsmoer (14) met de tweegaatssleutel (15)
tegen de wijzers van de klok in afschroeven.
8.1
Toerental instellen (afhankelijk van de
uitvoering)
Met de stelknop (8) het aanbevolen toerental
instellen. (laag getal = laag toerental; hoog getal =
hoog toerental)
Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamant-
doorslijpschijf:
hoog toerental
Borstel:
gemiddeld toerental
Slijpschijf:
laag tot gemiddeld toerental
Aanwijzing:
Voor polijstwerkzaamheden bevelen
wij onze haakse polijstmachine aan.
8.2
In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
WA..., WBA..., WEA..., WEVA..., WEBA...: bij
continue inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt getrokken.
Houd de machine daarom altijd met beide handen
aan de hiervoor bestemde handgrepen vast, zorg
ervoor dat u stevig staat en werk geconcentreerd.
Voorkom dat de machine stof en spaanders
op wervelt of naar binnen zuigt. De machine
na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de
motor tot stilstand is gekomen.
Machines met schakelschuif:
Inschakelen:
Schuifschakelaar (5) naar voren
schuiven. Voor een langdurige inschakeling
vervolgens naar beneden klappen tot hij
inklikt.
Uitschakelen:
Op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (5) drukken en loslaten.
Machines met "Paddle-schakelaar"
(met dodemansfunctie):
Inschakelen:
de Paddle-schakelaar (10) in de
richting van de pijl schuiven en vervolgens
de Paddle-schakelaar (10) indrukken.
Uitschakelen:
de Paddle-schakelaar (10) loslaten.
8.3
Tips voor het werk
Schuren en schuren met zandpapier:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat moet u
werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie afbeelding)
werken.
Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse
beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken,
niet trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
8.4
Overbrengingsbehuizing draaien
Zie pagina 3, afbeelding E.
-
Trek de stekker uit het stopcontact.
-
De bevestigingsbout (a) van de hendel (16)
losschroeven. De bout en de hendel (met het
plaatgedeelte) verwijderen en wegleggen.
-
De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b)
losschroeven.
Let op! De
overbrengingsbehuizing niet verwijderen!
-
De overbrengingsbehuizing in de gewenste stand
draaien zonder deze te verwijderen.
-
De vier bouten van de overbrengingsbehuizing (b)
in de aanwezige gaten met schroefdraad
schroeven. Aanhaalmoment = 3,0 Nm +/- 0,3 Nm.
-
De veer, die de hendel in de juiste stand drukt,
terzijde schuiven en de hendel (16) (met het
plaatgedeelte) plaatsen en met de
bevestigingsbout (a) vastschroeven.
Aanhaalmoment = 5,0 Nm +/- 0,5 Nm.
Controleren of de hendel correct werkt: deze moet
onder veerspanning staan.
Tijdens de bewerking kunnen stofdeeltjes in het
binnenste van de elektrische machine terecht
komen. Dit heeft invloed op de koeling van het
elektrische gereedschap. Geleidende afzettingen
kunnen invloed hebben op de veiligheidsisolatie
8.
Gebruik
0
I
5
9.
Reiniging
0
I
10
10
10