Metabo W 12-125 Quick Operating Instructions 2 - Page 34

Schuurschijf aanbrengen

Page 34 highlights

nl NEDERLANDS Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. - De slijpschijf op de steunflens (2) plaatsen. De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te liggen. 6.1 Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (11) is aangebracht! De extra greep stevig inschroeven aan de linker- of rechterkant van de machine. 6.2 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Zie pagina 2, afbeelding C. - De hendel (15) indrukken en ingedrukt houden. de beschermkap (12) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag niet kunnen worden gedraaid. Alleen inzetgereedschap gebruiken waarover de beschermkap tenminste 3,4 mm uitsteekt. (Verwijderen in omgekeerde volgorde.) 7. Schuurschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker uit het stopcontact halen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spindel vastzetten - De spindelvastzetknop (4) indrukken en de spindel (3) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop hoorbaar inklikt. 7.2 De slijpschijf erop plaatsen Zie pagina 2, afbeelding A. - De steunflens (2) op de spindel plaatsen. Hij is op de juiste wijze op de spindel aangebracht als hij zich op de spindel niet laat draaien. Alleen de W 9-100: De steunflens met behulp van de tweegaatssleutel zo op de spindel schroeven dat de kleine kraag (met diameter 16 mm) naar boven wijst. 34 7.3 Quick-spanmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Quick-spanmoer (1) bevestigen: De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op machines met „Metabo Quick-System". Deze machines zijn herkenbaar aan de roder spindelvastzetknop (4) met „M-Quick"-tekst Wanneer het inzetgereedschap in het spangebied dikker dan 6,8 mm is, mag de quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan de tweegaatsmoer (13) met tweegaatssleutel (14). - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (3) plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2. - De quick-spanmoer met de hand met de wijzers van de klok mee vastzetten. - Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer vastzetten. De quick-spanmoer (1) losdraaien: Alleen wanneer de quick-spanmoer (1) is aangebracht, mag de spindel met de rode MQuick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet! - Na het uitschakelen loopt de machine na. - Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken. De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve slag los en kan zonder krachtsinspanning of gereedschap losgeschroefd worden. 7.4 Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitrusting) Tweegaatsmoer (13) bevestigen: De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de spindel schroeven: Zie pagina 2, afbeelding B. - X) Bij dunne slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan worden gespannen. Y) Bij dikke slijpschijven: De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. Z) Alleen bij de W 9-100: De kraag van de tweegaatsmoer wijst naar beneden of het platte vlak wijst naar boven. - Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14) met de wijzers van de klok mee vastzetten. De tweegaatsmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14) tegen de wijzers van de klok in afschroeven.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116
  • 117
  • 118
  • 119
  • 120
  • 121
  • 122
  • 123
  • 124

NEDERLANDS
nl
34
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
6.1
Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (11) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.2
Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend de beschermkap die bestemd is
voor het betreffende slijpelement! Zie ook
hoofdstuk 11. Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
Zie pagina 2, afbeelding C.
-
De hendel (15) indrukken en ingedrukt houden. de
beschermkap (12) aanbrengen in de
weergegeven positie.
-
De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
-
De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
-
Controleer of de hendel goed bevestigd is: Deze
moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag
niet kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waarover de
beschermkap tenminste
3,4 mm uitsteekt.
(Verwijderen in omgekeerde volgorde.)
Voor alle ombouwwerkzaamheden: Stekker
uit het stopcontact halen. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Accessoires) gebruiken.
7.1
Spindel vastzetten
-
De spindelvastzetknop (4) indrukken en de
spindel (3) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
7.2
De slijpschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
-
De steunflens (2) op de spindel plaatsen. Hij is op
de juiste wijze op de spindel aangebracht als hij
zich op de spindel niet laat draaien.
Alleen de W 9-100: De steunflens met behulp van
de tweegaatssleutel zo op de spindel schroeven
dat de kleine kraag (met diameter 16 mm) naar
boven wijst.
-
De slijpschijf op de steunflens (2) plaatsen.
De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
7.3
Quick-spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Quick-spanmoer (1) bevestigen:
De Quick-spanmoer (1) slecht aanbrengen op
machines met „Metabo Quick-System“. Deze
machines zijn herkenbaar aan de roder
spindelvastzetknop (4) met „M-Quick“-tekst
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker dan 6,8 mm is, mag de
quick-spanmoer niet gebruikt worden! Gebruik dan
de tweegaatsmoer
(13) met tweegaatssleutel (14).
-
Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
-
De quick-spanmoer (1) zo op de spindel (3)
plaatsen dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de
spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2.
-
De quick-spanmoer met de hand met de wijzers
van de klok mee vastzetten.
-
Door tegen de wijzers van de klok in krachtig aan
de slijpschijf te draaien de quick-spanmoer
vastzetten.
De quick-spanmoer (1) losdraaien:
Alleen wanneer de quick-spanmoer
(1) is
aangebracht, mag de spindel met de rode M-
Quick spindelvastzetknop (4) worden stilgezet!
-
Na het uitschakelen loopt de machine na.
-
Kort voordat de slijpschijf stil komt te staan de
rode M-Quick spindelvastzetknop (4) indrukken.
De quick-spanmoer (1) gaat vanzelf ca. een halve
slag los en kan zonder krachtsinspanning of
gereedschap losgeschroefd worden.
7.4
Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Tweegaatsmoer (13) bevestigen:
De 2 kanten van de tweegaatsmoer zijn
verschillend. De tweegaatsmoer als volgt op de
spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding B.
-
X) Bij dunne slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar
boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan
worden gespannen.
Y) Bij dikke slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (13) wijst naar
beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de
spindel kan worden aangebracht.
Z) Alleen bij de W 9-100:
De kraag van de tweegaatsmoer wijst naar
beneden of het platte vlak wijst naar boven.
-
Spil vastzetten. De tweegaatsmoer (13) met de
tweegaatssleutel (14) met de wijzers van de klok
mee vastzetten.
De tweegaatsmoer losmaken:
-
Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De
tweegaatsmoer (13) met de tweegaatssleutel (14)
tegen de wijzers van de klok in afschroeven.
7.
Schuurschijf aanbrengen