Metabo STAB 18 LTX 100 Operating Instructions - Page 14

in de acculader onmiddellijk de

Page 14 highlights

nl NEDERLANDS water en zoek onmiddellijk een arts op voor behandeling! Volledig geladen accupacks niet opnieuw laden! Alleen voor gebruik binnenshuis. Bescherm de acculader tegen vocht! Apparaten zoals deze, die gelijkstroom opwekken, kunnen eenvoudige differentieelschakelaars beïnvloeden. Gebruik type F of hoger, met een uitschakelstroom van max. 30 mA. Zorg er voor de ingebruikname van de acculader voor dat de ventilatiesleuven vrij zijn. Minimale afstand tot andere voorwerpen min. 5 cm! 6.1 Zelftest Steek de stekker in het stopcontact. De waarschuwings-led (4) en het indicatielampje (3) gaan na elkaar ca. 1 seconde aan, de ingebouwde ventilator draait ca. 5 seconden. Laat nooit toe dat kinderen het apparaat gebruiken. Kinderen dienen onder toezicht te staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat spelen. 7. Gebruik 7.1 Accupack opladen Accupack volledig, tot de aanslag op de schuifbevestiging (2) schuiven. Houd kinderen uit de buurt van de acculader resp. het werkgebied! Bewaar uw acculader op een voor kinderen ontoegankelijke plek! Trek bij rookontwikkeling of brand in de acculader onmiddellijk de stekker uit het stopcontact! Steek geen voorwerpen in de ventilatiesleuven van de acculader - gevaar voor een elektrische schok resp. kortsluiting! Gebruik geen defecte accupacks! In omgevingen met een hoge metaalstof-belasting mag u accupacks niet met AIR COOLEDacculaders laden. Het indicatielampje (3) knippert. Aanwijzing: Om bij Li-Ion-accupacks de laadtoestand te laten weergeven eerst het accupack uit de acculader nemen en vervolgens op de knop van het accupack drukken. 7.2 Conditieladen Wanneer het laden is beëindigd, schakelt de acculader automatisch over op conditieladen. Het accupack kan in de acculader blijven zitten en is zodoende altijd gereed voor gebruik. Het indicatielampe (3) brandt continu. 8. Storing 8.1 Waarschuwings-led (4) brandt continu 5. Overzicht Zie pagina 2. De afbeeldingen gelden als voorbeeld voor alle apparaten. 1 Accupack (niet bij de leveringsomvang inbegrepen) 2 Schuifbevestiging 3 Indicatielampje 4 Waarschuwings-led 6. Ingebruikname Vergelijk voor de ingebruikname of de op het typeplaatje aangegeven spanning en frequentie overeenkomt met de netspanning. Accupack wordt niet opgeladen. Temperatuur te hoog/te laag. Ligt de temperatuur van het accupack tussen 0°C en 50°C, dan begint het laden automatisch. 8.2 Waarschuwings-led (4) knippert • Accupack defect. Accupack direct uit de acculader nemen. • Accupack is niet goed op de schuifbevestiging (2) geschoven. Zie hoofdstuk 7.1. 14

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52

NEDERLANDS
nl
14
water en zoek onmiddellijk een arts
op voor behandeling!
Volledig geladen accupacks niet
opnieuw laden!
Alleen voor gebruik
binnenshuis.
Bescherm de acculader
tegen vocht!
Laat nooit toe dat kinderen het
apparaat gebruiken.
Kinderen dienen onder toezicht te
staan om ervoor te zorgen dat zij
niet met het apparaat spelen.
Houd kinderen uit de buurt van de
acculader resp. het werkgebied!
Bewaar uw acculader op een voor
kinderen ontoegankelijke plek!
Trek bij rookontwikkeling of brand
in de acculader onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact!
Steek geen voorwerpen in de
ventilatiesleuven van de acculader
- gevaar voor een elektrische
schok resp. kortsluiting!
Gebruik geen defecte accupacks!
In omgevingen met een hoge
metaalstof-belasting mag u
accupacks niet met AIR COOLED-
acculaders laden.
Zie pagina 2. De afbeeldingen gelden als voorbeeld
voor alle apparaten.
1
Accupack (niet bij de leveringsomvang
inbegrepen)
2
Schuifbevestiging
3
Indicatielampje
4
Waarschuwings-led
Vergelijk voor de ingebruikname of de op het
typeplaatje aangegeven spanning en
frequentie overeenkomt met de netspanning.
Apparaten zoals deze, die gelijkstroom opwekken,
kunnen eenvoudige differentieelschakelaars
beïnvloeden. Gebruik type F of hoger, met een
uitschakelstroom van max. 30 mA.
Zorg er voor de ingebruikname van de
acculader voor dat de ventilatiesleuven vrij
zijn. Minimale afstand tot andere voorwerpen
min. 5 cm!
6.1
Zelftest
Steek de stekker in het stopcontact.
De waarschuwings-led (4) en het indicatielampje
(3) gaan na elkaar ca. 1 seconde aan, de
ingebouwde ventilator draait ca. 5 seconden.
7.1
Accupack opladen
Accupack
volledig, tot de aanslag
op de
schuifbevestiging (2) schuiven.
Het indicatielampje (3) knippert.
Aanwijzing:
Om bij Li-Ion-accupacks de
laadtoestand te laten weergeven eerst het
accupack uit de acculader nemen en vervolgens op
de knop van het accupack drukken.
7.2
Conditieladen
Wanneer het laden is beëindigd, schakelt de
acculader automatisch over op conditieladen.
Het accupack kan in de acculader blijven zitten en
is zodoende altijd gereed voor gebruik.
Het indicatielampe (3) brandt continu.
8.1
Waarschuwings-led (4) brandt continu
Accupack wordt niet opgeladen. Temperatuur te
hoog/te laag. Ligt de temperatuur van het accupack
tussen 0°C en 50°C, dan begint het laden
automatisch.
8.2
Waarschuwings-led (4) knippert
Accupack defect. Accupack direct uit de
acculader nemen.
Accupack is niet goed op de schuifbevestiging
(2) geschoven. Zie hoofdstuk 7.1.
5.
Overzicht
6.
Ingebruikname
7.
Gebruik
8.
Storing