NordicTrack T12 Si Cwl Treadmill Dutch Manual - Page 23

Het Gebruik Van Een Ifit-kaart

Page 23 highlights

HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-KAART 3. Begin met de oefening. IFit-kaarten zijn afzonderlijk beschikbaar. Omi Fitkaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar. 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Druk op de toets Start [START] of de toets Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen. Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15. 2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening. Om een iFit-oefening te gebruiken, plaatst u een iFit-kaart in de iFit-sleuf, zorgt u dat de iFit-kaart zo geplaatst is dat de metalen contacten naar beneden zijn gericht en geplaatst zijn in de iFit-sleuf. iFit-kaart iFit-sleuf Selecteer vervolgens een iFit-oefening door te drukken op de toets iFit verhogen of verlagen. As u een iFit-oefening selecteert, zal de display de naam, de duur en de maximale snelheidsinstelling van de oefening weergeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in het display. Elke iFit-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut segmenten. Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten. Tijdens de oefening zal een personal trainer u door de oefening begeleiden. Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE], als echter het volgende onderdeel van de oefening begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de toets Stop. Druk op de Starttoets om de workout te hervaten. De loopband begint langzaam te bewegen. Echter, als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel. 4. Controleer uw voortgang op het display. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. Zie stap 7 op pagina 16. OPGELET: haal de iFit-kaarten altijd uit de iFitsleuf als u deze niet gebruikt. 21

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36

21
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-KAART
IFit-kaarten zijn afzonderlijk beschikbaar. Omi Fit-
kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u
met het telefoonnummer op de voorkant van deze han-
dleiding. iFit-kaarten zijn ook in geselecteerde winkels
verkrijgbaar.
1.
Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15.
2.
Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening.
Om een iFit-oefening te gebruiken, plaatst u een
iFit-kaart in de iFit-sleuf, zorgt u dat de iFit-kaart zo
geplaatst is dat de metalen contacten naar bene-
den zijn gericht en geplaatst zijn in de iFit-sleuf.
Selecteer vervolgens een iFit-oefening door te
drukken op de toets iFit verhogen of verlagen. As
u een iFit-oefening selecteert, zal de display de
naam, de duur en de maximale snelheidsinstelling
van de oefening weergeven. Bovendien zal er een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefen-
ing verschijnen in het display.
Elke iFit-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Er is één hellinginstelling en één
tempo-instelling geprogrammeerd voor elk seg-
ment. Opmerking: dezelfde snelheid en/of
hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3.
Begin met de oefening.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening
te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Tijdens de oefening zal een personal trainer u door
de oefening begeleiden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Snelheid en Helling [IN-
CLINE],
als echter het volgende onderdeel van
de oefening begint, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende on-
derdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Druk op de Start-
toets om de workout te hervaten. De loopband be-
gint langzaam te bewegen. Echter, als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
4.
Controleer uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5.
Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
OPGELET: haal de iFit-kaarten altijd uit de iFit-
sleuf als u deze niet gebruikt.
iFit-sleuf
iFit-kaart