Metabo W 24-180 Operating Instructions 2 - Page 29

nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te

Page 29 highlights

Door zijwaartse krachtinwerking op deze schuurmiddelen kan de schijf breken. d) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm voor de door u gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere schuurschijven. e) Gebruik geen versleten schuurschijven van groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor het doorslijpen: a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Bij een overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op een terugslag of breuk van het schuurmiddel verhoogd. b) Mijd het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een terugslag het elektrisch gereedschap met de draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel het apparaat dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrische gereedschap zolang het zich niet in het werkstuk bevindt nooit opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het volle toerental bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg voor een ondersteuning van platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag als gevolg van een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te worden. f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet ingezien kunnen worden. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gasof waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. 4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren met zandpapier: a) Gebruik geen overgedimensioneerde schuurbladen maar houd u met betrekking tot NEDERLANDS nl de grootte van de schuurbladen aan de opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en leiden tot het blokkeren of scheuren van de schuurbladen of een terugslag. 4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het werken met draadborstels: a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid heen dringen. b) Wordt het gebruik van een beschermkap aanbevolen, zorg er dan voor dat de beschermkap en de draadborstel niet met elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter van schijf- en komborstels kan door aandruk- en centrifugale krachten vergroot worden. 4.7 Overige veiligheidsvoorschriften: WAARSCHUWING - Draag altijd een veiligheidsbril. Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer deze bij het schuurmateriaal ter beschikking gesteld worden en vereist zijn. Neem de opgaven van de fabrikant van het gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten! Slijp- en schuurschijven moeten zorgvuldig volgens de voorschriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd worden. Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet onderhevig zijn aan zijwaartse druk. Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te worden ondersteund. Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet gebruikt, dan mag het einde van de spindel de gatenbodem van het schuurgereedschap niet raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap lang genoeg is om de spindellengte op te nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op de spindel passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische gegevens. Bij de bewerking, met name van metaal, kan zich geleidende stof in de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de machine tijdens het draaien zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met perslucht. Hierbij moet de machine worden geborgd. Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van een stationaire afzuiginrichting en een 29

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
  • 47
  • 48
  • 49
  • 50
  • 51
  • 52
  • 53
  • 54
  • 55
  • 56
  • 57
  • 58
  • 59
  • 60
  • 61
  • 62
  • 63
  • 64
  • 65
  • 66
  • 67
  • 68
  • 69
  • 70
  • 71
  • 72
  • 73
  • 74
  • 75
  • 76
  • 77
  • 78
  • 79
  • 80
  • 81
  • 82
  • 83
  • 84
  • 85
  • 86
  • 87
  • 88
  • 89
  • 90
  • 91
  • 92
  • 93
  • 94
  • 95
  • 96
  • 97
  • 98
  • 99
  • 100
  • 101
  • 102
  • 103
  • 104
  • 105
  • 106
  • 107
  • 108
  • 109
  • 110
  • 111
  • 112
  • 113
  • 114
  • 115
  • 116

NEDERLANDS
nl
29
Door zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
d)
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen schuurschijf.
Geschikte flenzen steunen
de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere
schuurschijven.
e)
Gebruik geen versleten schuurschijven van
groter elektrisch gereedschap.
Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4
Meer speciale veiligheidsinstructies voor
het doorslijpen:
a)
Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit.
Bij een
overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de
neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
schuurmiddel verhoogd.
b)
Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf.
Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een
terugslag het elektrisch gereedschap met de
draaiende schijf direct naar u toe worden
geslingerd.
c)
Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand
gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken.
Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d)
Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich niet in het werkstuk bevindt nooit
opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het
volle toerental bereiken voordat u voorzichtig
verder gaat met de snede.
Anders kan de schijf
blijven haken, uit het werkstuk springen of een
terugslag veroorzaken.
e)
Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag als gevolg van een ingeklemde
doorslijpschijf te verminderen.
Grote
werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen
gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van
de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de
rand, ondersteund te worden.
f)
U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
"invalsnedes" in bestaande wanden of andere
gebieden die niet ingezien kunnen worden.
De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
4.5
Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a)
Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant.
Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6
Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a)
Let erop dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht.
Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b)
Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen.
De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7
Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING
– Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijp- en schuurschijven moeten zorgvuldig volgens
de voorschriften van de fabrikant bewaard en
gehanteerd worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het
inzetgereedschap lang genoeg is om de
spindellengte op te nemen. De schroefdraad van
het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op
de spindel passen. Zie voor de lengte en de
schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk
14. Technische gegevens.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
machine tijdens het draaien zeer regelmatig en
grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te
blazen met perslucht. Hierbij moet de machine
worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een