Metabo KS 18 LTX 66 BL Operating Instructions - Page 29
Onderhoud
View all Metabo KS 18 LTX 66 BL manuals
Add to My Manuals
Save this manual to your list of manuals |
Page 29 highlights
NEDERLANDS nl Opmerking: De machine koelt sneller af wanneer men hem onbelast laat draaien. 3. Bij een te hoge stroomsterkte (die zich bijv. voordoet bij een lang aanhoudende blokkering) wordt de machine uitgeschakeld. Machine bij de drukschakelaar (5) uitschakelen. Vervolgens normaal verder werken (houd u hierbij, naast alle andere veiligheidsinstructies, vooral aan de veiligheidsinstructies in hoofdstuk 4...Terugslag...). Zorg ervoor dat zich verder geen blokkeringen voordoen. 7.2 In- en uitschakelen Inschakelen: vergrendelknop (6) naar voren schuiven en vasthouden, vervolgens op de drukschakelaar (5) drukken. Uitschakelen: laat de drukschakelaar (5) los. Zaag met geleiderails (zie hoofdstuk Toebehoren): Voor tot op een millimeter nauwkeurige, rechte, splintervrije zaagranden. De antisliplaag zorgt ervoor dat de geleideplaat stevig op het werkstuk wordt geplaatst en beschermt het werkstukoppervlak tegen krassen. Zie het hoofdstuk Toebehoren. Verwarming van het accupack: onder extreem zware gebruiksvoorwaarden (bijv. bij het zagen van dikke houten planken) kan het accupack door de sterke belasting heet worden (> 60 °C). Ter bescherming van de levensduur van het accupack, dient het eerst af te koelen voordat de werkzaamheden worden voortgezet. 8. Onderhoud 7.3 Tips voor het werk Schakel de machine niet in of uit terwijl het zaagblad het werkstuk raakt. Laat het zaagblad eerst zijn volle toerental bereiken, voordat u de snede uitvoert. Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de beweeglijke beschermkap door het werkstuk teruggedraaid. Open de onderste beschermkap met de hand alleen bij bijzondere snedes, zoals een hoekzaagsnede. Open de onderste beschermkap met de hendel (7) en laat deze los zodra het zaagblad invalt in het werkstuk. Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de onderste beschermkap automatisch functioneren. Tijdens het zagen de machine niet uit het materiaal nemen wanneer het zaagblad draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen. Bij het blokkeren van het zaagblad de machine onmiddellijk uitschakelen. Leg de machine pas neer als het zaagblad tot stilstand is gekomen. Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de zaaglijnaanwijzer (12). De linkerzijde (rood gemarkeerd) toont het zaagverloop bij een loodrecht zaagblad. De rechterkant toont het zaagverloop bij een zaagblad dat 45° schuin staat. Opmerking: Tijdens het zagen zonder parallelle aanslag moeten deze omgedraaid worden geplaatst en zo de stabiliteit van het gereedschap verhogen. 8.1 Zaagbladwissel Het zaagblad moet stil staan. Accupack uit de machine nemen. Ook bij een stilstaand zaagblad bestaat er nog gevaar voor snijwonden. Draag veiligheidshandschoenen. De asvergrendelingsknop (32) indrukken en vasthouden. Zaagas langzaam met de in de zaagblad-bevestigingsschroef (27) geplaatste zeskantsleutel (20) draaien, tot de vergrendeling vastklikt. De zaagblad-bevestigingsschroef tegen de klok in eruit draaien en de buitenste zaagbladflens (28) eraf halen. De beweeglijke beschermkap (31) terugtrekken en het zaagblad wegnemen. Let erop, dat de binnenste zaagbladflens (30) correct wordt geplaatst: de binnenste zaagbladflens (30) heeft 2 zijden, diameter 20 mm en 5/8" (16 mm). Let op een nauwkeurige plaatsing van de zaagblad opnameboring ten opzichte van de binnenste zaagbladflens (30)! Verkeerd gemonteerde zaagbladen lopen onregelmatig en leiden tot een verlies van de controle. Nieuw zaagblad plaatsen. Let op juiste draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op zaagblad en beschermkap aangegeven. De steunvlakken tussen de binnenste zaagbladflens (30), het zaagblad (29), de buitenste zaagbladflens (28) en zaagblad-bevestigingsschroef (27) moeten schoon zijn. Zagen volgens een aan het werkstuk bevestigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen, kan men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de handcirkelzaag met behulp van de voetplaat langs deze lijst leiden. De buitenste zaagbladflens (28) plaatsen. Let erop dat de buitenste zaagbladflens (28) in de juiste richting is geplaatst. De zaagblad-bevestigingsschroef (27) met zeskantsleutel (20) vastdraaien (max. 5 Nm). Zagen met parallelle aanslag: Voor snedes parallel aan een rechte rand. De parallelle aanslag kan van beide zijden in zijn houder worden geplaatst. De zaagbreedte kan op de markering (15) afgelezen worden. Met de beide vergrendelarmen (2) bevestigen. De nauwkeurige Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen gebruiken. Geen vervormde of gescheurde zaagbladen gebruiken. Geen zaagbladen van hooggelegeerd snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken. zaagbreedte kan het beste vastgesteld worden aan Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen de hand van een proefzaagsnede. aan de karakteristieken. 29